Over mijn familie en mij…

Een verkorte biografie.

Ferrari sunglasses..

Siddharta

Chairman of SFN

Contact me

Ik ben geboren in 1956, in een dorpje in de buurt van Helmond: Aarle-Rixtel,

Geschiedenis van mijn moederskant.

Als laatste nazaat uit een schippersfamilie van 4 generaties. Mijn oma moest aan de wal gaan wonen door de reumatiek, ontstaan in de toen nog onbetimmerde ijzeren sleepboten van rond de eeuwwisselng, 1920 – 1930. Zij gingen wonen aan sluis 7, zodat al haar zonen haar eenvoudig konden bezoeken met hun schepen. Mijn moeder woonde daar ook, zij was de jongste dochter, en haar vader was de broer van de vader van alle andere kinderen, met uitzondering van haar broer. Oma’s eerste man was om het leven gekomen doordat hij cholera had gekregen door het drinken van rivierwater. Hij liet 5 jongens na, die allemaal schipper werden, op een na. Het was een mooie tijd, met veel voorspoed. Mijn moeder bracht haar jeugd door in kostscholen, gerund door nonnen, verschrikkelijke secreten, en mishandelingen om niks waren niet van de lucht. Mijn moeder was een apart mooi meisje, en velen begeerden haar hand. Zij had dat speciale, die levensvonk in haar ogen, en was één brok liefde.

Het leven aan boord van de schepen begon te veranderen. De haast deed zijn intrede. Alles moest sneller, grotere motoren, meer PK’s. En toen de TV in de schipperscafé’s terecht kwam, was dat het einde van alle gezelligheid. Het begin van het einde van de binnenvaart zoals die altijd was geweest. Toen kwamen de huizen aan de wal, en de auto’s aan boord, en toen was er ook bij de aanlegplaatsen niks meer te doen.

Natuurlijk waren er al veranderingen geweest: De trekschuiten, eerst getrokken door de schippers, en daarna door paarden, werden later getrokken door kleine sleepbootjes, van sluis naar sluis. Waar natuurlijk altijd een café in de buurt was. En de meeste schippers dronken er dan ook lustig op los.

Onze familie had een sleepbootje, ter beschikking, met ik dacht een 2 cilinder kromhout motor, of een 3 cilnder Industrie, maar dat weet ik niet zeker. De Emerentia. Daarmee werden sleepopdrachten uitgevoerd. Daarna enkele sleepschepen, de naam van een ervan was de Madeleine.

Tegenwoordig: Maasstroom , 15,16 x 3,75 x 1,50 , Bouwjaar 1923 , Werf ? in Belrijn ( Duitsland ) , 135 pk daf , ex Emerentia , ex Biscara , ex Marnet , ex Henriette , ex Philomena , ex Maasstroom , eigenaar P.F.van.Stippent & M.B.A.van.Swaay in Mook , ENI 03320125

Die schepen werden om beurten versleept. Dat was al veel vooruitgang. Investeringen konden worden gedaan, want de reizen leverden goed op. Daarna kwamen er motoren in de sleepschepen, en konden alle broers zelf reizen aannemen. Oma werd toen toch al te oud en ging aan wal wonen, moet rond 1935 zijn geweest. Die schepen waren geen eigendom.

De Emerentia werd toen, dacht ik teruggegeven..

Verder weet ik niet veel meer, en van wat ik wel weet, is niks meer te vinden. Er moeten nog wel oude foto’s zijn, maar dat is voor een andere keer.

Geschiedenis van mijn vaderskant.

Mijn vader was een van de 15 kinderen van een huzaar. De huzaar zijn grote, sterke vrouw, was een legende in Helmond.

Iedereen had in die tijd bijnamen, en mijn Opa was d’n Erpel, de aardappel, omdat hij altijd een koude gekookte aardappel bij zich had.

Mijn vader was de oudste zoon, en een intelligente man, maar het gezin was arm, en iedereen moest bijdragen in de kosten van het levensonderhoud. De oudste dochter hielp in de huishouding, de andere meiden dienden, ergens als dienstmeid. En van alles wat werd verdiend werd bijgedragen, totdat men ging trouwen.

Mijn vader werd bedrijfsleider van een elektrotechnisch bedrijf, wat hij helemaal zelf had opgezet, maar wat eigendom was van iemand anders. Zij verwerkten grote projecten, zoals vliegvelden en scholen, maar ook rijksgebouwen en kloosters. Complete installaties werden aangelegd, met noodstroom op accu’s, en aggregaten. Hij ontwierp de installaties, nadat hij jarenlang elektricien was geweest. Zijn installaties werden norm. Hij was een diplomatiek man, en kon met iedereen overweg.

Op latere leeftijd is hij gevraagd als adviseur voor het rijk, maar daar had hij geen zin meer in. Er was teveel gebeurd, en hij had het gehad. Er was in Nederland buiten hem, maar een man met dezelfde kennis, die daarvoor in aanmerking kwam, en die heeft men daar toen voor benaderd.

Bescherming van jongs af aan. Mijn demonen waren mij gunstig gezind.

Over mijzelf…

‘Ik werk vrijwillig in dienstbaarheid aan alle vrije volkeren, en accepteer niemand boven mij: Voor mij geldt de kosmische wet: In vrijheid met respect, is iedereen gelijk’

  • Ik geniet van elke seconde van de tijd die mij is gegeven.
  • Ik zoek altijd naar waarheid.
  • Ik geef door wat ik heb geleerd uit mijn voortdurend onderzoek naar goed en kwaad.
  • Ik ben licht, ik ben liefde.

Mijn eigen verhaal

Ik ben een zeer intelligent en bewust mens.

Dat was ik altijd. Ik heb er zelf voor gekozen om naar de aarde te komen om onmogelijke dingen te doen.

Erin geluisd?

Ik was mij zeer bewust van mijn keuze, en toen ik incarneerde in mijn huidige vorm als baby, dacht ik dat ze me erin geluisd hadden, en besefte dat het heel lang zou gaan duren voordat ik in staat zou zijn te doen waarvoor ik gekomen was. Ook was er niks geregeld, er was geen plaats voor mij ingeruimd. Ik moest alles zelf bedenken, en overal zelf achter komen. Er zijn situaties geweest dat ik mijn keuze heb betreurd, en gezworen hier nooit meer terug te keren. Maar dat was voor de eindtijd. Het is nu 2020, en het is heel spannend!

Het ‘weten’.

Van begin af wist ik. Ik doorzag elke leugen, en alle onwetendheid. Ik moet voor andere mensen, vooral voor hen die mijn leraren zouden moeten zijn, een irritant kereltje zijn geweest.

Mensen raken hun gezag kwijt als men ze wijst op leugens, of onvolledigheden. Men zou dus gerust kunnen stellen dat ik een gezagsondermijnend individu was/ben… Ik ben nu milder.

Eerste ontmoeting met demonen.

Ik ontdekte op een bepaald moment dat er wel wezens waren die op de hoogte waren van mijn komst, cq aanwezigheid, maar dat werd niet op prijs gesteld door hun meesters, want zij waren gezonden om mij onschadelijk te maken. Zij hebben me niet gedood, omdat mijn werkelijke doel op dat moment nog niet in mijn DNA getriggered was, maar ze hebben me wel hele grote schade berokkend, waar ik nu al meer dan 40 jaar mee bezig ben om het te herstellen. Maar deze dingen zijn pas gebeurd toen ik vrij was van karma, en dus meester werd over mijn eigen leven.

Recentere ontmoetingen.

Het is heel interessant om te zien hoe geraffineerd deze ‘oorlog’, de strijd tussen goed en kwaad wordt gevoerd, want nadat dus duidelijk werd dat ik werkelijk degene was die destijds beter volledig uitgeschakeld had kunnen worden, stuurde ‘men’ een klein legertje demonen op mij af, in drie aanvalsgolven. Een goede vriend zag ze aankomen, en waarschuwde me ervoor. Aangezien ik een demonendwinger ben, hadden zij geen schijn van kans. Die ik niet kon omturnen heb ik met ‘huid en haar’ opgevreten. Tijdens die ontmoetingen krijg ik veel informatie over de ‘vijand’. Beelden van ruimteoorlogen, gedwongen opdrachten. Bij demonen bestaat ook de hierarchy. Intelligente wezens zitten ertussen, met geweldige vaardigheden.

Wanneer je hier incarneert, raak je al je vaardigheden kwijt. Maar ook het overgrote deel van het geheugen mbt vorige incarnaties. Ik heb gehoord dat dat niet voor iedereen geldt, neem mijn woorden dus niet als dogma’s aan. Dogma’s zijn ter overheersing van anderen, en daar doe ik niet aan. Ik laat me niet overheersen, dat is wat anders.

Schijnbaar heeft de ziel het vermogen het DNA – RNA aan te passen, waardoor het geheugen gedeeltelijk terug kan komen. Wanneer de hogere dimensies toegankelijk zijn, verwacht ik meer vermogens en vaardigheden weer ter beschikking te hebben.

Loyaliteit van vrije demonen, versus de angst van gebondenen voor hun meester.

Zelfstandig opererend, met eigen verantwoordelijkheid werkt beter dan uit angst onder dwang. Kant gekozen is toch wel heel wat anders, en hier overtuigt de kosmische wet van respect en integriteit zeer eenvoudig.

Het simpele feit van besef van eigenwaarde, en werken voor het grote geheel, werpt vele malen meer, en betere vruchten af.

Ik geloof dat zelfs de demonen gedwongen zijn door de lage frequentie die de aarde al minstens 12.000 jaar heeft, maar waarschijnlijk langer, in een lagere dimensie te leven, waardoor zij ook de benefiet van de hogere dimensies ‘vergaten’, net zoals wij.

Het leven op de aarde, gedurende de eerste 18 jaar van mijn vorm.

Zoals gezegd, wetend, intelligent, integer en gedreven werkend naar de zelfstandigheid, en de onafhankelijkheid, om me Karmavrij op mijn taken te kunnen concentreren. Want wat kwam ik hier eigenlijk doen?

De goddelijke gaven die ik had, kon ik hier op aarde wel vergeten… want hier werkt niks meer. Dat komt omdat de dimensies niet beschikbaar zijn, door de te lage frequentie. Die overigens van 3 via 4 nu al in 5 zit. Waardoor wij de wezens onder ons kunnen waarnemen, dat is een voordeel, want nu kunnen we onze vijand zien, en identificeren, en uitschakelen. Dat vereist wel enig vakmanschap, want het zijn formidabele vijanden, die niet zo snel opgeven.

Mijn gezagsondermijnende persoonlijkheid heeft mij vaak mijn hoofd doen stoten, en maakte alles veruit moeilijker dan nodig. De wereld is tegenovergesteld aan wat ik gewend was/ben. Omdat ik iedereen als gelijke zie, tolereer ik niemand ‘boven’ mij, in de zin van commanderend, of dwingend. Deze manier werkt bij mij averechts, waardoor het systeem steeds tegen mij bleek. Dat duurde echt vele jaren voordat ik daar mee om kon gaan. Ik heb het geduld van een engel, maar soms heb ik een heel kort lontje. Dat begin ik nu pas enigzins onder controle te krijgen. Handig, want dat kost mij veel energie en extra werk om alles weer op te ruimen. Mijn jongste zoon, die mij gelukkig overtreft, is hier een geweldige hulp bij.

Als de lagere school langer had geduurd, hadden ze mij daar ook vanaf getrapt…

Mijn zelfverzekerdheid en de onmogelijkheid mij leugens te voeren bracht leraren soms tot wanhoop: ‘Hoe kan hij dit weten als ik dat niet eens weet?’, vroegen zij zich dan af, want het lezen van gedachten was voor mij ook geen enkel probleem.

Het atheneum zonder latijn, maar met wiskunde was qua stof geen enkel probleem. Ik had alleen moeite met het systeem. Toen mijn leraar Duits, van der Poel, een hele aardige man overlegde met rector en konrector, dat hij geen les meer kon geven als ik in de klas was, werd besloten mij de keuze te geven: Zelf gaan, of verwijderd worden. Ik hield de eer aan mijzelf.

Mariengaarde.

Intussen was er naar elke middelbare school in Helmond gebeld met de waarschuwing mij nergens aan te nemen, dus kon ik alleen nog terecht bij de nonnen in Aarle-Rixtel, op de Mavo. Uit barmhartigheid, omdat mijn vader daar de elektrische installatie had aangelegd.

Ik studeerde daar met gemak af. Ik had alle stof al gehad op het atheneum. Ook was ik zeer populair bij de mede studenten. Waarschijnlijk omdat de manier hoe ik daar was beland nogal indruk maakte.

De Grafische school in Eindhoven.

Daar heb ik een week gezeten, toen ik een studiebeurs kreeg voor de kunstacademie in Den Bosch. Ik had daar een toelatings examen gedaan, maar was te jong: 16.

De Kunst academie.

1972 – 1976

Als jongste leerling ooit in Nederland startte ik als boek-illustrator onder Kurt Loeb. Ik was zogezegd zijn protegé. Totdat hij mij beter leerde kennen, en ook hij geen les meer kon geven als ik in de klas was. Hier vond men dat ik maar eerst wat discipline moest leren in het leger.

Opleiding Amersfoort: Schutter op een AMX, met Nato standaard 105mm kanon. (ipv de oorspronkelijke 75mm)

1976

Onze klas was zeer klein: 8 man infanterie, groene baret, voor 12 Paatcie in Nunspeet, ipv van de 30 man huzaren, zwarte baret, in de reguliere ruiterklasse. Wij waren dus de enige 8 groene baretten in een kazerne met alleen maar zwarte barretten. De opleiding verliep bijzonder rustig, en wij waren weken eerder klaar dan de grotere klassen. Genoeg tijd om de beste tankschutter van mijn lichting te worden.

De parate hap in Nunspeet.

1976 – 1977

Op de dag dat ik paraat werd was ik een half uur te laat. Maar zoals ik hoorde aan de poort, had ik een mooiere auto dan de Kolonel. Dat hielp niet bij de Sergeant 1 van de administratie, want die ging helemaal uit zijn dak toen ik niet echt onder indruk was van het feit dat hij vond dat ik te laat was. Mijn antwoord dat ik er nu was, en of hij me wilde vertellen waar ik naartoe moest, deed hem exploderen. Hij zei: ‘Je bent te laat!’ Ik antwoordde hem: ‘Dat weet ik, maar ik ben er nu toch?’ Toen zei hij: ‘Maar je bent te laat!!’ Ik: ‘Ja, dat weet ik wel, het spijt me. Maar nu ik toch hier ben kun je mij wel vertellen waar mijn peloton is, dan kan ik daar naartoe, om niet nog meer tijd te verliezen.’ Hij begon te spugen en slingerde mij op rapport bij de Luitenant: Die vertelde mij dat hij mij nu, al op mijn eerste dag, 3 dagen verzwaard arrest moest geven, omdat ik de authoriteit van de Administratie Sergeant had ondermijnd. Hij lachte hierbij, want hij zag meteen wat voor vlees hij in de kuip had.

Het verdere verloop in Nunspeet.

1977

Mijn ‘minachting voor het bevoegd gezag’, zoals ze mijn directe benadering van ‘superieuren’ noemden, bracht mij ook hier vaak in de problemen. Achter de wacht werd bijna een vaste stek. Het had zijn voordelen, want ik hoefde niet op appel, alleen de vlag hijsen, en nergens aan mee te doen. Bovendien had ik mijn eigen koffiezet apparaat. De CSM had de pik op mij, omdat ik hem altijd te slim af was, en wilde mij naar Nieuwersluis sturen, een leger gevangenis zonder loon, en waar de tijd stil stond, dus alle tijd daar doorgebracht, moest je gewoon uitdienen. Ik had daar niet veel zin in, en besloot met behulp van mijn tarot kaarten mijn ontsnappingsplan op poten te zetten.

Het ‘escapeplan’: De Brief aan HM de ‘Karnegèn’

1977

Lieve Koningin, ik wil graag voor u vechten, maar dan moet u mij maar roepen als het zover is. Want zoals het nu is, is uw leger niet meer dan een kleuterschool, waarin men de manschappen, die opgeleid moeten worden als slachter, zakjes met snoep geeft, tijdens de 6 uur durende busreis naar het oefenterrein in Hohne.

Daar kwam geen antwoord op…

Tijd dus voor iets anders.

Stabiliteits-factor 5

De enige snelle optie om uit dienst te komen was S5, ofwel stabiliteitsfactor 5. Er waren veel collegae op allerlei manieren bezig om eruit te komen, maar allemaal zonder succes, op één na. Die dronk zich helemaal laveloos, en viel vervolgens de dag daarop van een tank af. Gelukkig voor hem had de Luitenant hem opgevangen.. Hij herkende niemand meer, en sloeg wartaal uit. Hij werd via de ziekenboeg waarschijnlijk afgevoerd, want ik heb hem daarna niet meer gezien.

Ik had de tarot gelegd, en zag dat dit de tijd was om eruit te komen.

Afspraak met de Psychiater.

Dit bleek ook een dienstplichtige te zijn, een coole gast die kwam wanneer hij wilde, op een oude motor. Zijn wat oudere secretaresse had de grootste moeite om mij onder controle te houden, of om mij te laten doen wat zij wilde. Ik had de grootste lol! Ze was heel bang voor mij, voor mijn onvoorspelbaarheid vooral.. Later kwam de psych zelf. Ik had niet veel woorden nodig. Hij vroeg me waar het allemaal om draaide, en ik antwoordde hem: Om de vrijheid. Dat is correct zei hij. Ik vertelde hem hoe ik hier terecht was gekomen, en dat ik weg wilde, terug naar de academie, en liet hem de tekening zien die ik van de tarot gemaakt had. Hij vroeg: ‘Mag ik die hebben voor mijn studie?’ Ik antwoordde hem: ‘Natuurlijk!’ Hij zei: Komt goed. Ik nam afscheid, en ging weer naar de kazerne. Daar aangekomen kwam kapitein Coopmans naar me toe en vroeg mij: ‘Heb jij een brief naar de Koningin geschreven?’ Ik zei: ‘Ja, heeft u daar het antwoord?’ ‘Ja’ zei hij. Ik las de brief: ‘Gezien uw motivatie zien wij geen enkele noodzaak u vervroegd de dienstplicht te doen verlaten.’ Ik keek de kapitein aan en vroeg: ‘En nu?’ Hij zei: ‘Laat jij je maar verder uitkeuren, ik leg deze brief wel zolang bij mij in de la.’ Ik bedankte hem voor zijn resolute gedrag. Coopmans was echt een geweldige man. Hij had echt gezag. Daar had ik ook geen enkele moeite mee. Hij had ook met me te doen. Hij had al eerder gezegd dat als ik zijn privé chauffeur zou zijn, ik fluitend mijn dienstplicht zou zijn doorgekomen.

Als iedereen op het exercitieplein bijelkaar stond, zo’n hele kazerne, zag je alleen hem. Hij was maar een klein beetje groter dan ik.. En ik had al speciale privileges: ik had een eigen kamer, een 4 persoons. Waar ik mijn meubilair in kon zetten, en mijn koffiezetapparaat, dat mocht namelijk niet meer in de 8 manskamer waar ik eerst op lag. Kvv’ers moesten zo’n kamer met 4en delen.

Ik hoefde niet meer op appèl. Ik begon het echt goed te krijgen. Toen ik alles in werking had gezet, kwam ik erachter dat die CSM helemaal niet zoveel macht had als hij wel wilde. Heel het echte kader: De kapitein, en de 2 luitenants zeken hem allemaal af. Wat was er namelijk gebeurd? Toen ik op een morgen terug kwam van verlof was ik de sleutel van mijn PSU-kast vergeten, dus ik kon niet bij mjn uitrusting. De CSM had de reservesleutel, maar wilde die mij iet geven. Ik zei: ‘Akkoord, dan ga ik weer naar huis.’ ‘Je doet maar.’ antwoordde hij. Dus ging ik naar huis. Op de hoek van de barak kwam ik de kapitein tegen. Hij keek me schuin aan en zei: ‘Goede morgen Verberne’ ‘Goede morgen kapitein.’ ‘Waar ga jij naartoe?’ ‘Naar huis.’ ‘Naar huis?’ Ik vertelde hem wat er gebeurd was. ‘Dat gaan we eens even rechtzetten’

De CSM werd compleet voor lul gezet, waar ik bij was.

Er zijn nog veel leuke verhalen. Maar niet voor deze pagina. De uitkeuring duurde 3 dagen, toen was ik weer vrij.

Terug naar de academie?

Dat ging niet. De academie was terwijl ik weg was in een middelbare school veranderd, dus daar paste ik helemaal niet meer in. Ik was nu dus echt vrij!